Wat is de betekenis van Beängstigen?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

beangstigen

angst aanjagen. angstig maken; angst aanjagen; angst inboezemen. Voorbeelden: Het werkloosheidsvraagstuk beangstigt de leiders van de communistische partij die vrezen dat sociale onrust hen de macht zal kosten. NRC, 1995 "Vooral de bedreigingen aan het adres van mijn twee kinderen, dat ze ze zullen ontvoeren, verkrachten...

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beangstigen

beangstigen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-ang-sti-gen 1. iemand bang maken ♢ het slechte weer beangstigde haar Regelmatig werkwoord: be-ang-sti-gen ik beangstig jij/u beangstigt...

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beangstigen

v., biëangje, binear(j)e.

2024-04-30
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Beängstigen

bang maken, benauwen.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beangstigen

(beangstigde, heeft beangstigd).

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beangstigen

beangstigde, h. beangstigd (angstig maken, vrees aanjagen): zich beangstigen.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beangstigen

(beangstigde, heeft beangstigd) angstig maken. beangstiging v.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beangstigen

BEANGSTIGEN, (beangstigde, heeft beangstigd), ook BEANGSTEN, angstig maken, angst aanjagen. BEANGSTIGING, v. (-en).