Bacchante
(eig.: volgelinge of priesteres van Bacchus) dronken en losbandige vrouw.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. priesteres van Bacchus; voorstelling daarvan ; 2. vrouw die zich tomeloos aan dronkenschap en wellust overgeeft.
Jozef Verschueren (1930)
('chantə) v. (-n) 1. Eig. Bacchuspriesteres. 2. Metf. dronken, wellustige vrouw.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-n), 1. priesteres van Bacchus ; 2. orgiastische dronken vrouw. Bacchanten waren in de Griekse oudheid volgelingen van de god Bacchus of Dionysos, die zich in geestvervoering met hem verenigden. Ook Menaden genoemd.
J.H. van Dale (1898)
v. (-n), vrouw die aan Bacchusfeesten deelnam; vrouw die zich schaamteloos aan dronkenschap en wellust overgeeft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: