v. (-n),
1. priesteres van Bacchus ;
2. orgiastische dronken vrouw.
Bacchanten waren in de Griekse oudheid volgelingen van de god Bacchus of Dionysos, die zich in geestvervoering met hem verenigden. Ook Menaden genoemd.
Gepubliceerd op 31-01-2019
betekenis & definitie
v. (-n),
1. priesteres van Bacchus ;
2. orgiastische dronken vrouw.
Bacchanten waren in de Griekse oudheid volgelingen van de god Bacchus of Dionysos, die zich in geestvervoering met hem verenigden. Ook Menaden genoemd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: