ba, bah
1. tw. (foei), uitroep van afkeer; hij zei boe noch niets; 2. o.: een krachtig bah.
M. J. Koenen's (1937)
1. tw. (foei), uitroep van afkeer; hij zei boe noch niets; 2. o.: een krachtig bah.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. tussenw., uitroep van walging; II. zn. o., het geluid, het zeggen van ba; boe noch zeggen, niet het minste zeggen, taal noch teken geven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: