Autochtoon
Persoon die de nationaliteit heeft van het land waar hij geboren is en waar hij op dat moment ook verblijft.
Ministerie van Justitie (2022)
Persoon die de nationaliteit heeft van het land waar hij geboren is en waar hij op dat moment ook verblijft.
CBS (2018)
Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar men zelf is geboren. Zie ook: Herkomstgroepering, Inwoner
Muiswerk Educatief (2017)
autochtoon - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: au-toch-toon 1. van Nederlandse afkomst ♢ deze autochtone leerlingen spreken thuis allemaal Nederlands Bijvoeglijk naamwoord: au-toch-toon de/het autochtone ... ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. autos = zelf, en chtoon = aarde, grond, land] (lett.: van de bodem zelf (voortgekomen) I zn oorspronkelijke, vroegstbekende bewoner van een land (vgl. aborigines); II bn inheems; ook: niet van elders geïmporteerd, eigen, bijv.: een autochtone ontwikkeling (tegenst....
G. Th. van Kempen (1974)
(G., chthoon = aarde), ter plaatse ontstaan, gevormd of afgezet, bv. sediment, ➝allochtoon.
Jozef Verschueren (1930)
(outoch'to:n) [Gr. chthoon, aarde] 1. m. (...tonen) oorspronkelijk bewoner van een land. 2. bn. (...tone) in het land zelf ontstaan : de ...tone dialekten in Noord- en Zuid-Nederland.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: