Aula, (zaal)
Aula, (zaal) - (Lat., = hof; Gr. aulè), de hof om of vóór het huis of de binnenplaats tusschen de vertrekken. Koningshof of paleis. Hofhouding, hovelingen; groote ontvang- en gehoorzaal van een school of universiteit. Bij de oude Christelijke kerken werd ook het schip a. genoemd. Zie Atrium.