Wat is de betekenis van attaque?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

attaque

Het begrip attaque heeft 5 verschillende betekenissen: 1) beroerte. acute hersenaandoening, veroorzaakt door de verstopping van een bloedvat in of rond de hersenen of door een bloeduitstorting in een dergelijk bloedvat; herseninfarct; hersenbloeding. 2) hartinfarct. aandoening aan het hart die wordt veroorzaakt door een plaatselijk o...

2024-04-26
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

attaque

(uitspraak: aa-TAK, à-TAK) Zie (ook) beroerte

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

attaque

Medische term voor beroerte maar ook gebruikt met betrekking tot andere ziekten en kwalen. Dit eufemisme kwam in zwang in de negentiende eeuw. Een Frans woord (dat letterlijk aanval betekent) werd als minder confronterend beschouwd. In beschaafde kringen hoorde je ook wel eens de verbastering ‘een tak van een beroerte’. De Nederlandse gezant in Fin...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Attaque

[Fr., van attaquer = aanvallen; van It. attacare = eig.: verbinden, vastmaken; zie attaca en attacheren] 1 (mil.) aanval; 2 (med.) aanval van een ziekte, spec. van apoplexie, z.a. (beroerte); vgl. volkse verwensing: krijg de takke!

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Attaque

beroerte; aanval (mil.)

2024-04-26
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Attaque

zie Beroerte.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Attaque

aanval; ook: lichte beroerte.

2024-04-26
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Attaque

Frans voor aanval, in het bijzonder voor beroerte, zie aldaar

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Attaque

aanval (contre op); aanranding; uitval [schermen]; ’t inzetten; d’attaque, flink, krachtig, fel; être d’attaque, voor geen klein geruchtje vervaard zijn.