Attaqueren
Attaqueren - in de aanval gaan, plotseling het tempo verhogen. Fr. attaquer.
Marc de Coster (2009)
In de aanval gaan, plotseling het tempo verhogen. Van het Franse werkwoord ‘attaquer’. Zit hij voorin, dan heeft de ijzervreter Museeuw de gewoonte in de slotfase nog eens fel te attaqueren, dit maal had hij er echter niet meer de kracht voor. (NRC Handelsblad, 05/04/1994) Neem Juan Diego Ramirez (rugnummer 8 van gisteren - red.) als voorbeeld. Op...
Jan Luitzen (2009)
(ov ww; attaqueerde; h. geattaqueerd) - aanvallen, demarreren. • In veel wedstrijden die Gerrit Schulte niet won, verloor hij op majestueuze wijze van zichzelf. Hij smeet met zijn krachten, attaqueerde als een bezetene. Het leverde hem in Frankrijk de bijnaam ‘Lecfou pédalant’, de fietsende gek, op. (VERVW)
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. attaquer, zie attaque] aanvallen; ook oneig.: in geschrift of woord aanvallen; ook: iem. aanklampen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: