Wat is de betekenis van at home?

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

At home

thuis

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

At home

thuis; ook: in eigen land.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

At home

(Eng.), thuis : zich ergens at home gevoelen.

2024-04-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

at home

(Eng.) thuis; ontvangdag.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

at home

(aet 'ho:m) [Eng.] 1. bw. te huis, in eigen land. 2. o. huiselijke receptie.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

at home

at home - thuis; ook: in eigen land.

2024-04-28
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

At home

Eng., tehuis; dag en uur waarop men zijn kennissen ongedwongen ontvangt.