Wat is de betekenis van arm (rijkdom)?

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

arm (rijkdom)

bn. en bw. (-er, -st) I. Eig. 1. behoefte hebbend aan het nodige om te leven: -e mensen; - en rijk, iedereen; zo als Job. de straat, de mieren enz. zeer arm. Syn. armoedig, behoeftig, haveloos, minvermogend, nooddruftig, onvermogend. Tgst. bemiddeld. 2. Algm. behoefte hebbend aan a. wat een bepaling zegt: aan geld, aan verstand, aan vrienden. b...