argenteus
argénteus (-a, -um), - van Lat. argentum, zilver: zilveren, zilverwit, zilverglanzend.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
zilveren, van zilver, zilver-, denarius argenteus, Plin. = argenteus, Tac.; verzilverd, met zilver beslagen, - versierd, - ingelegd, Samnitium odes, wier schilden met zilver beslagen zijn, Liv.; zilveren = zilverkleurig. | poët. overdr., tot de zilveren eeuw behorend.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: