Arbeid — bezigheid — werk — werkzaamheid
De verrich¬ting, de uitvoering van iets met het oog op de daaraan verbonden krachts¬inspanning en verder de voortbrengselen hiervan. Bezigheid en werkzaam¬heid zijn het tegenovergestelde van ledigheid en drukken dus eigenlijk een toestand van bezig of werkzaam zijn uit. Bij uitbreiding geven zij de daad van iets verrichten aan en alleen...