Wat is de betekenis van Appelen?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

appelen

(1991) (mar.) knikkebollend aan de bar hangen: 'Hij zit weer te appelen'. • Appelen. Hij zit te appelen: gezegd als iemand half slapend aan de bar hangt als hij te veel gedronken heeft. (Fré Harmsen: Van baroe tot branie. Termen en zegswijzen bij de Koninklijke marine. 1991)

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

appelen

appelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord appel Synoniemen appels Verwante begrippen appels

2024-04-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Appelen

bevatten van alle fruit betrekkelijk slechts weinig vitaminen.

2024-04-27
Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Appelen

Appelen - De rijpe vrucht van den appelboom (Pirus malus). Van dezen boom zijn ruim 2000 kweekvariëteiten bekend, wel een bewijs dat dit gewas altijd de noodige belangstelling bij de kweekers heeft gehad, omdat de plant zich uitstekend voor de cultuur en variatie leende. Soms wordt veel schade ondervonden van een snuittorretje, de appelbloesemkever...