Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Appelen

betekenis & definitie

Appelen - De rijpe vrucht van den appelboom (Pirus malus). Van dezen boom zijn ruim 2000 kweekvariëteiten bekend, wel een bewijs dat dit gewas altijd de noodige belangstelling bij de kweekers heeft gehad, omdat de plant zich uitstekend voor de cultuur en variatie leende. Soms wordt veel schade ondervonden van een snuittorretje, de appelbloesemkever, die de bloesem beschadigt. Men maakt onderscheid tusschen hand-, kook-, en ciderappelen.

Bekende handappelen zijn: Brabantsche en Westlandsche Bellefleurs, Goudreinetten, Sterappels, Notarisappels, Luntersche pippelingen, zoete Bellefleurs, zoete grauwe Reinetten, Gravensteiner appelen, Present van Engeland enz. Zure appelen hebben meer vruchtenzuur (appelzuur en citroenzuur) dan zoete appelen. Dit is ook de reden, dat zure appelen veel spoediger uiteenvallen en fijnkoken (moezen) dan zoete appelen, De celwanden, die de vrucht intact houden, worden bij zure appelen veel eerder verslij md en verweekt. Appelen bevatten veel pectine en zijn daardoor uitstekend tot moes te koken. Ons land schijnt bijzonder geschikt te zijn voor de appelcultuur. Vooral de Betuwe, Zeeland en Noord-Holland zijn bekend om de mooie boomgaarden. Appelboomen worden meest door stekken voortgeplant. De verschillende soorten en variëteiten ontstaan door enten en oculeeren.

Kroonboomen op wildstammen geënt, geven eerst na 8-10 jaar vrucht. Tot 4050 jaar blijven ze meestal vruchtdragend. De appel is een schijnvrucht, het vruchtbeginsel is hierbij met den bloembodem vergroeid, het „klokhuis” met een gedeelte van het vruchtvleesch vormt de eigenlijke vrucht. Tegenwoordig worden in Californië enorme hoeveelheden appels gekweekt en keurig gesorteerd verzonden. Ter voorkoming van aantasten door insecten, besproeit men de appelen vaak met insectendoodende middelen. De vruchten moeten vóór het inpakken nauwkeurig schoongemaakt worden. Bij controle hier te lande is gebleken, dat er van dit besproeiingsmiddel niets meer op de rijpe vrucht is te bespeuren. Frankrijk en Zuid-Duitschland kweeken veel appelen voor de bereiding van cider (zie Appelwijn).

Voor de bereiding van gedroogde appelen wordt uitsluitend een soort gebruikt, die daartoe bijzonder geschikt is. De vruchten worden voor dat doel van klokhuis en schillen ontdaan en daarna gezwaveld om verkleuring te voorkomen. Het drogen geschiedt nooit hooger dan bij 80° en duurt gewoonlijk 8-9 uur. Men onderscheidt hierbij 5 soorten. De prima soort bestaat uit zuiver witte ringen, de minste kwaliteit uit bruine stukjes appelresten. Uit den afval wordt pectine bereid, een stof die bij de jambewerking thans een zeer gewild hulpmiddel is. Afval en schillen verwerkt men tot Appelsiroop en Rinsche Appelsiroop.