amper
amper - Bijwoord 1. nauwelijks, bijna niet ♢ Hij kon amper ademhalen. ♢ Hij kon amper naar de toilet lopen. Woordherkomst Onzeker. Mogelijk van Middelnederlands amper "bitter", via een uitdrukking die "met moeite" zou betekenen. Ande...
Wiktionary (2019)
amper - Bijwoord 1. nauwelijks, bijna niet ♢ Hij kon amper ademhalen. ♢ Hij kon amper naar de toilet lopen. Woordherkomst Onzeker. Mogelijk van Middelnederlands amper "bitter", via een uitdrukking die "met moeite" zou betekenen. Ande...
Muiswerk Educatief (2017)
amper - bijwoord uitspraak: am-per 1. met moeite, bijna niet ♢ ik heb zo'n pijn, dat ik amper kan lopen Bijwoord: am-per Synoniemen nauwelijks, ternauwernood Tegenstellingen dik, royaal, ruim
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bw., 1. ternauwernood, maar eventjes: hij verdient nog maar amper de kost (ook : amper aan, ampertjes); — 2. nauwelijks (met betrekking tot een tijd of maat): ’t uur was amper geslagen, of hij opende de deur; amper een ons ; II. bn. bw., (gew. en dicht.) zuur, wrang, scherp van :smaak: amper fruit; (flg.) ee...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: