Wat is de betekenis van amper?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

amper

amper - Bijwoord 1. nauwelijks, bijna niet Hij kon amper ademhalen. Hij kon amper naar de toilet lopen. Woordherkomst Onzeker. Mogelijk van Middelnederlands amper "bitter", via een uitdrukking die "met moeite" zou betekenen. Ande...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

amper

amper - bijwoord uitspraak: am-per 1. met moeite, bijna niet ♢ ik heb zo'n pijn, dat ik amper kan lopen Bijwoord: am-per Synoniemen nauwelijks, ternauwernood Tegenstellingen dik, royaal, ruim

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

amper

byna; feitlik, omtrent.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Amper

zuur; ook: nauwelijks (van Indon. ampir: bijna),

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Amper

adv., amper(oan), krap(oan), kwealik.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Amper

I. bw., 1. ternauwernood, maar eventjes: hij verdient nog maar amper de kost (ook : amper aan, ampertjes); — 2. nauwelijks (met betrekking tot een tijd of maat): ’t uur was amper geslagen, of hij opende de deur; amper een ons ; II. bn. bw., (gew. en dicht.) zuur, wrang, scherp van :smaak: amper fruit; (flg.) ee...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

amper

nauwelijks.