Alnus subcordáta C. A. MEY
Kaukasus, Oriënt; 10-15 m. Jonge twijgen rood-bruin en enigszins kantig, later olijfbruin en rond met kleine, grijze lenticellen; bladsteel 1-2 cm lang; lengte der bladeren varieert sterk, aan krachtig groeiende exemplaren tot 14 cm lang en 10 cm breed, bovenzijde donkergroen en geheel kaal, onderzijde lichtgroen en langs de nerven behaard met haar...