Afzijgen
I.(zeeg af, is afgezegen), (dicht.) langzaam afzakken, nederzijgen; nederdalen; — (van bloesems en andere lichte voorwerpen) losgaan en langzaam naar beneden vallen ; — ook fig. van weldaden of gewaarwordingen die de hemel geeft; — (van personen) onwillekeurig nederzinken, in onmacht vallen: opeens werd de zieke door een duizel...