afvegen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-ve-gen
1. schoonmaken door erover te bewegen met een doek of borstel
♢ je moet je mond even afvegen
Regelmatig werkwoord: af-ve-gen
ik veeg af (... ik afveeg)
jij/u veegt af (... jij afveegt)
hij/zij veegt af (... hij afveegt)
wij/zij/jullie vegen af (... wij afvegen)
ik/jij/u/hij/zij veegde af (... ik afveegde)
wij/zij/jullie veegden af (... wij afveegden)
hij heeft afgeveegd
de/het/een afgeveegde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk