Wat is de betekenis van AFVANGEN?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afvangen

afvangen - Werkwoord 1. (ov) Woordherkomst samenstelling van af en vangen Uitdrukkingen en gezegden ♦ Iemand een vlieg afvangen iemand te vlug af zijn

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afvangen

1. (Iem.) bedriegen, in verlegenheid brengen; - zich afgevangen voelen. De Volksunie voelt zich weer afgevangen: volgens haar had De Saeger verleden week uitdrukkelijk gezegd dat hij zijn ontwerp eerst aan de oppositie zou doorspelen, Knack 13/12/1972, p. 22. 2. (Een put, een vijver) afvissen, leegvissen.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afvangen

v., ôffange; luizen —, lúzje.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afvangen

(ving af, heeft afgevangen), 1. (w. g.) opvangen wat neergeworpen wordt of neerkomt; — (dicht.) dan vang ik van zijn mond de leer der wijsheid af, die lees ik van zijn lippen af; — (luchtv., germ.) het toestel af vangen, laatste manoeuvre voor het landen waardoor het in de juiste positie wordt gebracht om neer te komen; 2...

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afvangen

luchtvaartterm voor de bij de vliegtuigbesturing voorkomende manoeuvre, waarbij de bestuurder, wanneer het vliegtuig bij de daling in glijvlucht tot op ongeveer een meter boven den grond is gebracht, de stuurstang zoo ver naar zich toetrekt, dat het vliegtuig in horizontalen stand voortzweeft. Hierbij treedt een toenemend snelheidsverlies op, totda...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afvangen

('af) (ving af, heeft afgevangen) door vangen ontnemen : iemand zijn duiven -. ➝ vlieg.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFVANGEN

Afvangen (ving af, heeft afgevangen), (w. g., Zuidn.) de hond van den slager kwam alle dagen de beentjes van de vleeschbank afvangen, opvangen wanneer die weggeworpen werden; — (dicht.) dan vang ik van zijn mond de leer der wijsheid af, die lees ik van zijne lippen af; — opvangen en behouden: tem. zijne duiven, zijne eenden, zijn wild...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)