Wat is de betekenis van AFSTAMMINGSLEER?

of fylogenie, de leer van de ontwikkeling van alle levende wezens uit enkele eenvoudige levensvormen. Andere namen zijn: ontwikkelingsleer of evolutieleer; zie lamarckisme en darwinisme.

oudere term voor evolutieleer. De soorten van nu stammen af van de soorten die vroeger geleefd hebben, ➝Lamarck, ➝Darwin.

sien ewolusieleer.

opvatting dat hogere, beter ontwikkelde wezens zich uit lagere hebben ontwikkeld; kennis van de herkomst van de mens en mensenrassen. zie ook erfelijkheidsleer en Darwin.

v..

biologische theorie, volgens welke planten, dieren en mensen zich in de loop der tijden uit eenvoudige vormen ontwikkeld hebben (evolutie) en niet als verschillende soorten geschapen zijn. De bekendste geleerden op dit gebied waren: De Lamarck, Danvin, Huxley en de Nederlander Hugo de Vries. Tegenstanders: Fleischmann en Heribert-Nilsson. Bewijzen...

(descendentieleer, transformatie- of transmutatietheorie) is de naam van de theorie, dat planten en dieren (ook mensen) zich in de loop der tijden uit eenvoudiger vormen ontwikkeld hebben tot hun huidige gedaante en dat de verschillende soorten niet afzonderlijk geschapen zijn. Voorloper dezer theorie is Anaximander (610-546 v. Chr.), die veronders...

descendentieleer, evolutieleer, neemt aan, dat alle thans levende planten en dieren zich door aanpassing (Lamarck) en → natuurlijke teeltkeus op grond van variatie (Darwin) uit een of enkele oervormen geleidelijk hebben ontwikkeld tot steeds hooger vormen. Slechts in de parasieten zou de ontwikkeling zich in tegengestelde richting hebben voltr...

de thans bijna algemeen aanvaarde biologische theorie, welke een natuurlijke ontwikkeling (evolutie) der verschillende levensgroepen uit één of meer stamvormen aanneemt. In tegenstelling met de constantietheorie verwerpt de a. de standvastigheid der biologische soort en ontkent, dat deze soorten zooals ze nu zijn, eens onmiddellijk do...