Wat is de betekenis van Afscheiden — afzonderen — scheiden?

2024-04-29
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Afscheiden — afzonderen — scheiden

Den samenhang verbreken. Bij scheiden (behalve in den zin van vertrekken) wordt gelet op de beide deelen, waarvan de samenhang verbroken wordt. Afscheiden is sterker; daarbij heeft men meer bepaald het oog op dat eene deel, hetwelk van het geheel afgenomen wordt. Ditzelfde geldt ook van afzonderen, doch met de bijbedoeling, dat het afgescheiden dee...