afscheiden
afscheiden - Werkwoord 1. (ov) afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen ♢ De waterige laag werd in een scheitrechter afgescheiden van de olie. 2. (ov) een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving ♢ Dit feromoon wordt afgescheiden door het wijf...