Wat is de betekenis van Afneming?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afneming

v., 1. abstr., het afnemen : de afneming van een examen, van een verhoor, van een eed, van een belijdenis, van de biecht; de afneming (van Christus) van het kruis ; de afneming van het verband (ener wond); — de afneming der zegels, de ontzegening ; — vermindering, verzwakking : een afneming v...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afneming

v.: de afneming v. e. verhoor, examen; de afneming van ’t kruis, schilderij van Rubens te Antwerpen; afneming van krachten, mindering.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afneming

('af) v. (–en) 1. Eig. het afnemen. 2. Metn. tafereel voorstellend het afnemen van Kristus’ lijk van het kruis : de beroemde – van het kruis door Rubens in de katedraal te Antwerpen.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afneming

AFNEMING, v. het afnemen : de afneming van een examen, van een verhoor, van een eed, van eene belijdenis, van de biecht; de afneming (van Christus) van het kruis; de afneming van het verband (eener wond); — de afneming der zegels, de ontzegeling; — eene afneming van krachten, vermindering; —, (-en), (in de beeldende kunsten) een...

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)