Wat is de betekenis van afkomen?

2025-03-24
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-03-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afkomen

(kwam af, is afgekomen), 1. een plaats verlatende een ander punt bereiken, zich van een plaats verwijderen om ergens anders te komen : kom gauw van het ijs af, het is niet te vertrouwen; — (scheepv.) weder vlot worden en de ondiepte verlaten (van een schuit); 2. (een plan, een voornemen, een denkbeeld, een gevoelen enz.) laten varen :...

2025-03-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afkomen

(19e eeuw) (Barg.) betalen; over de brug komen (met geld). • Ach, de oude Gerrit wist het wel, en als 'n donderslag klonk Wouter de vreselij-ke profetie in de oren, 'als je 'r afkomt met 'n daalder, mag je van geluk spre-ken!' Hij werd ... Ze sprak bargoens, en scheen Ribbetje iets te zeggen over dat geld. (Multatuli:...

2025-03-24
Nieuwe Woorden Netwerk

Redactie Ensie (2020)

Afkomen

Dit betekent betalen. Bijvoorbeeld: "Zou je niet eens afkomen?" betekent "Zou je niet eens betalen?"

2025-03-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afkomen

afkomen - Werkwoord 1. ergatief op iemand ~: iemand -soms dreigend- benaderen 2. ergatief ~ van: van een probleem bevrijd worden, kwijtraken Hij zal niet gemakkelijk van die schulden afkomen. 3. ergatief ~ van: zijn oorsprong vinden, afstammen ...

2025-03-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afkomen

afkomen - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-ko-men 1. afgemaakt worden ♢ het werk is op tijd af 2. ervan verlost of bevrijd worden ♢ weet u hoe ik van die buikpijn afkom? Onregelma...

2025-03-24
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

afkomen

Ja, ik kom af (Ik kom eraan). Kom maar af (langs). Je zag de crisis afkomen.

2025-03-24
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

afkomen

afkomen - Ander woord voor betalen.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-03-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

afkomen

(kwam af, afgekomen) aankomen, dichterbij komen. - iemand horen/voelen/zien afkomen, iemands bedoeling snappen.- met iets afkomen, met iets aan komen zetten. - kom maar af! [bij een vechtpartij], kom maar op als je durft! langskomen, op bezoek komen, overkomen. Op een dag kreeg ik telefoon van xxx (een bekend flamingant-brief...