Gepubliceerd op 31-10-2017

afkomen

betekenis & definitie

afkomen - Werkwoord
1. ergatief op iemand ~: iemand -soms dreigend- benaderen
2. ergatief ~ van: van een probleem bevrijd worden, kwijtraken
Hij zal niet gemakkelijk van die schulden afkomen.
3. ergatief ~ van: zijn oorsprong vinden, afstammen
Volgens mij komt dat van de Byzantijnen af.
4. toegewezen of betaald worden
Die late betaling kwam eindelijk af.
5. naar beneden komen, weg komen, langs komen
Hij kwam de trap af
6. officieel bekend gemaakt worden
Deze benoeming zal spoedig afkomen
7. op bezoek komen, langskomen
Ik kom morgen eens af

Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en komen(werkwoord)