Wat is de betekenis van Afglijden?

afglijden - Werkwoord 1. ergatief door glijden van iets afdalen ♢ Hij was op zijn sleetje van het dijkje afgegleden. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en glijden(werkwoord)

afglijden - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-glij-den 1. naar beneden zeilen ♢ ik gleed van de helling af 2. ongemerkt achteruit gaan ♢ die asociale familie is de laatste jaren verder afgegl...

v., ôfglide, -glydzje.

(gleed af, is afgegleden), 1. naar beneden glijden, voortschuivende (langs een hellend vlak) naar beneden komen; ook fig. ; 2. (oneig.) de trap afglijden, vlug en stil, onhoorbaar afdalen; 3. (luchtv.) tengevolge van snelheidsverlies in een vrille raken.

gleed af, is afgegleden; 1. glijdende naar beneden komen: van een ladder afglijden; 2. stil en vlug naar beneden gaan: de trap afglijden.

1.luchtvaartterm voor de onverwachts optredende snelle achter- of zijwaartsche beweging van een vliegtuig tengevolge van een fout in de vliegtuigbesturing. Het achterwaarts a. is in den regel een gevolg van snelheidsverlies tengevolge van overtrekken, het zijdelings a. van verstoring van het evenwicht tengevolge van verkeerde aileron-werking. Door...

('af) (gleed, gleden af; is afgegleden) 1. nederwaarts glijden : van een ladder -. 2. vlug en stil afdalen: de trap -. afglijding v. (-en).

af'glijden (gleed af, is afgegleden), 1. naar beneden glijden, voortschuivend (langs een hellend vlak) naar beneden komen; ook fig.; 2. glijdend van iets af raken: de afgegleden dekens; zij liet de mantel van haar schouders afglijden; 3. in de luchtvaart: ten gevolge van snelheidsverlies in een spiralende val (vrille) raken.

...