Wat is de betekenis van achterwaarts?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achterwaarts

achterwaarts - Bijvoeglijk naamwoord 1. in een richting die naar de achterkant wijst achterwaarts - Bijwoord 1. in achterwaartse richting Woordherkomst Afgeleid van achter met het achtervoegsel -waarts. Antoniemen voorwaarts Verwante begrippen zijwaarts

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

achterwaarts

achterwaarts - bijwoord uitspraak: ach-ter-waarts 1. in de richting van de achterkant ♢ hij deed een stap achterwaarts Bijwoord: ach-ter-waarts Synoniemen achteruit, terug Tegenstellingen vooruit, voorwaarts

2024-04-26
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

achterwaarts

SP - (het) naar achteren (gaan van de voorkant van het lichaam van de turn(st)er).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achterwaarts

adv., efterút, tobek.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterwaarts

I. bw., achteruit, rugwaarts: een schrede achterwaarts ; achterwaarts! — Het vormt geen samenstellingen: achtenvaarts gaan, lopen enz. ; — achterwaarts wijken, achteruitwijken, deinzen; — achterwaarts drijven, achterwaarts duwen enz. ; achterwaarts kijken, zien enz. ; achterwaarts leggen, achterwaarts plaatsen enz. ; II. bn., 1....

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achterwaarts

1. bw. rugwaarts, achteruit: achterwaarts gaan, kruipen enz.; 2. bn. naar achteren: een achterwaartse beweging, een achterwaartse concentratie.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterwaarts

(‘achtərwa:rts) bn. en bw. [Lat. versus, naar] naar achteren, achteruit : een -e beweging; een schrede -. Tgst. voorwaarts.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achterwaarts

achterwaarts - ach'terwaarts, I. bw., achteruit: een schrede —; —!; het vormt geen samenstellingen: — gaan, lopen enz.; — wijken, achteruitwijken, deinzen; drijven enz.; — leggen, — plaatsen enz.; II. bn., 1. in de richting naar achteren: een achterwaartse beweging; 2. (verder) naar achteren gelegen: een meer achterwaartse stelling.