achterhand
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. (ontl.) handwortel; 2. achtergestel (van een paard); (termen bij de cavalerie) de achterband naslepen, onder de achterband brengen; 3. (kaartsp.) aan (Zuidn. ook op) de achterband zijn of zitten, de achterband hebben, het laatst aan de beurt komen; 4. (fig.) de kaarten welke de speler in handen heeft, die a...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. Toine van Hoof (2017)
De positie rechts van degene die in een slag moet voorspelen. Een speler in de achterhand heeft het voordeel dat de andere drie spelers eerst moeten bijspelen zodat hij de slag, indien gewenst, met een relatief lage kaart kan winnen. Zie ook: goedkoop; ingooi; vork
Veerman (1954)
of achterstel. Bij de beoordeling van een dier verdeelt men de romp wel in drie gedeelten, t.w. voor-, midden- en achterhand. De a. is dat gedeelte van de romp, dat achter de loodlijn ligt, welke uit de heup kan worden neergelaten. Het omvat het gehele bekken met het achterbeen (z. Exterieur) .
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de handwortel, die de hand aan de voorarm verbindt. Achterhand wordt ook gebruikt ter aanduiding der achterste ledematen van de huisdieren en vooral van paarden, waar het het achterdeel van het lichaam aanduidt.
M. J. Koenen's (1937)
v. -en, handwortel, die de hand aan de voorarm verbindt; de twee achterbenen v. e. paard; kaartspel: wie is (of: zit) aan de achterhand, heeft de laatste speelbeurt?
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
naam van het lidmaat, dat de hand met den voorarm verbindt ; ook worden de achterste ledematen van huisdieren (vooral bij paarden het achterdeel van het lichaam) a. genoemd.
Jozef Verschueren (1930)
('achtər) v. (-en) I. [achter I 1] Ontl. gedeelte achter aan de hand, handwortel. - II. [achter II 1] 1. Eig. in de rijschool, deel van een paard dat zich achter de ruiter bevindt, achtergestel van een paard. 2. Metf. in het kaartspel, laatste speelbeurt: aan de zijn, zitten; de krijgen, bekomen, hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: