Wat is de betekenis van Achterhandsbeentje?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterhandsbeentje

o. (-s), (ontl.) elk der zeven beentjes van de handwortel.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterhandsbeentje

('achtərhandz) o. (-s) Ontl. een der zeven beentjes waaruit het geraamte van de achterhand bestaat.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achterhandsbeentje

achterhandsbeentje - ach'terhandsbeentje, o. (-s), beentje van de handwortel.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achterhandsbeentje

ACHTERHANDSBEENTJE, o. (-s), (ontl.) een der zeven beentjes van den handwortel.