Wat is de betekenis van absence?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

absence

kort bewustzijnsverlies. lichte, aan epilepsie verwante aanval, waarbij het bewustzijn enkele seconden kwijt is of verlaagd is. Voorbeelden: De absence of afwezigheid is een bewustzijnsdaling van enkele seconden. Soms draaien de ogen even weg of trekt het gezicht. http://www.sein.nl/ Zo bestaan er vormen van epilepsie die gep...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

absence

absence - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een kortstondig bewustzijnsverlies als gevolg van een stoornis in de hersenen Hij kreeg ineens een absence.

2024-04-30
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

absence

Een vorm van epilepsie waarbij je voor korte tijd bewusteloos raakt (uitspraak: ab-SANS). Een absence wordt ook wel ‘een toeval’ of ‘wegraking’ genoemd. Absences ontstaan meestal op heel jonge leeftijd en komen voor tot aan de puberteit. Bij een absence wordt het bewustzijn minder of valt het contact met de omgeving even helemaal weg. Dat duurt vaa...

2024-04-30
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Absence

(v.(m.)), kortstondig bewustzijnsverlies; korte momenten van bewustzijnsdaling zoals die kunnen voorkomen bij bepaalde epileptisch insulten

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Absence

[Fr. = lett.: afwezigheid] bep. kortstondige storing van het bewustzijn.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Absence

kort moment van bewustzijnsverlies

2024-04-30
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Absence

wegraking, kortdurende bewustzijnsinzinking; syn. petit mal (Fr.), zie epilepsie en pycnolepsie.

2024-04-30
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Absence

afwezigheid, ’t ontbreken [van alle gegevens]; gebrek, gemis; absence d'esprit, verstrooidheid; avoir des absences, wel eens suffen, dikwijls verstrooid zijn; en l’absence de, bij afwezigheid (ontstentenis) van.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Absence

1 afwezigheid; het niet voorhanden zijn; 2 verstrooidheid; 3 appèl [ Eton College] absence of mind, verstrooidheid; afgetrokkenheid; in the absence of, bij ontstentenis van; condemned in one’s absence, bij verstek veroordeeld.