Wat is de betekenis van aanvaarden?

2025-06-21
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanvaarden

(aanvaardde, heeft aanvaard), eig. aangaan, beginnen te doen; thans alleen in bepaalde verbindingen: 1. een reis, een tocht aanvaarden, ondernemen ; 2. op zich nemen, zich belasten met, t.w. enige ambtelijke bediening, verplichting of verantwoordelijkheid : de regering, het bevel, een functie aanvaarden; ook: de veldheersstaf, de...

2025-06-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanvaarden

aanvaarden - Werkwoord 1. (ov) beginnen, ondernemen De rustige man had geen behoefte om weer een nieuwe reis te aanvaarden. 2. (ov) in bezit ontvangen, aannemen De leraar aanvaardt het cadeau dat de leerlingen hem wilden geven. 3. (ov) te dulde...

2025-06-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanvaarden

aanvaarden - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-vaar-den 1. overnemen, ermee akkoord gaan ♢ wij aanvaarden het geschenk 2. goedvinden dat het zo is ♢ de jongen aanvaardde de kritiek van zijn le...

2025-06-21
Senioren ABC

Seniorennet (2017)

Aanvaarden

Aanvaarden is het accepteren, aanvaarden, van een erfdeel. Let echter op, dit is ook inclusief de eventuele schulden.

2025-06-21
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

aanvaarden

(aanvaardde, aanvaard) opnemen van leerlingen of patiënten.

2025-06-21
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

aanvaarden

1. (Iem.) opnemen (als leerling in een school, als patiënt in een ziekenhuis enz.). 2. Officieel erkennen, inz. als bnw. in: aanvaarde diploma’s (Kerk en Leven (ed. Mechelen) 12/8/1976, p. 8). Afl.: aanvaarding, in de bouw: oplevering (van een huis); hierbij: eindaanvaarding, eindoplevering (naar fr. récep...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanvaarden

v., oanfurdigje, oanfurdzje; (van reis), oangean, oannimme; een gegeven toestand —, der (sa) yn fuort moatte.