aanvaarden - Werkwoord
1. (ov) beginnen, ondernemen
♢ De rustige man had geen behoefte om weer een nieuwe reis te aanvaarden.
2. (ov) in bezit ontvangen, aannemen
♢ De leraar aanvaardt het cadeau dat de leerlingen hem wilden geven.
3. (ov) te dulden achten, aanvaardbaar achten
♢ Na een lange periode van verzet aanvaardde ze het verlies van haar kind.
♢ Dit onrecht is moeilijk te aanvaarden.
4. (ov) op zich nemen
♢ Hij aanvaardde de functie van burgemeester.
Woordherkomst
samenstelling van aan en vaarden
Synoniemen
[1] accepteren, beginnen, ondernemen
[2] aannemen
[3] dulden, slikken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: