Wat is de betekenis van Aanspreker?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

aanspreker

iemand die ter begrafenis nodigt. iemand die bij een begrafenis de familie en vrienden van de overledene oproept voor de plechtigheid en die ook met de verdere uitvoering van de begrafenis belast is. Voorbeelden: Vanaf 1980 is hij aanspreker bij de begrafenisvereniging De Laatste Eer in z'n woonplaats. Meppeler Courant, 1995...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanspreker

aanspreker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) de aanzegger van een sterfgeval en de persoon die de begrafenis of crematie regelt De aanspreker maakte het plotselinge overlijden van Petra bekend. Woordherkomst afgeleid van aanspreken met het achtervoegsel -er

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

aanspreker

iem. die beroepshalve de familie en vrienden van een overledene ter begrafenis nodigt, diens dood aan de huizen aanzegt en verder de hele begrafenis verzorgt: Er kwamen drie aansprekers binnen, waarvan er één ’n fatsoenlijk gezicht had ... De fatsoenlijke ... zeide: ‘zijn er altemet nog bloedverwante die de overledene nog...

2024-04-26
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Aanspreker

Aanzegger die tot de jaren 1950 in veel steden en dorpen persoonlijk aan huis een sterfgeval kwam aanzeggen en/of de overlijdensbrief afgeven. In steden was vanouds iedere begrafenis van een burger een gildenbegrafenis, aangezien vrijwel iedere stedeling gildenbroeder was. Zat men niet in een ambachtsgilde, dan behoorde men tot een buurt-. een schu...

2024-04-26
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Aanspreker

Aanspreker - Oude benaming voor iemand die de familie en vrienden van een overledene ter begrafenis nodigde, diens dood aan de huizen aanzegde en met de verdere bediening van de begrafenis was belast. Nu spreekt men van uitvaartbezorger. Aansprekers droegen lange steken, lange zwarte mantels en een grote witte bef. Men kende grote en kleine aanspre...

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Aanspreker

Van het hiervoor behandelde aanspreken is aanspreker afgeleid. Maar van alle betekenissen die het werkwoord heeft, is er voor aanspreker slechts één overgebleven, namelijk: uitnodigen en in het bijzonder: familie en vrienden van een overledene ter begrafenis uitnodigen. Dat deed de aanspreker vroeger altijd persoonlijk, maar dat gebeu...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanspreker

s., omsizzer, leed(oan)sizzer leedbidder.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanspreker

m. (-s), hij die aanspreekt; — in ’t bijz. persoon die de familie en vrienden van een overledene ter begrafenis nodigt, diens dood aan de huizen aanzegt en verder met de bediening der begrafenis belast is; thans meest bidder, dood- of lijkbidder genoemd; — (gemeenz.) zweten als een aanspreker, sterk zweten.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanspreker

m. -s (dood-bekendmaker, bidder); hei -soproer.