Wat is de betekenis van Aanloopen?

2024-04-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Aanloopen

het kleuren van metalen, enz. (aanloopkleuren) bij verhitting door de vorming van een dun oxyde-, sulfiet- of carbonaatlaagje. Men kan bij metalen uit de kleur de temperatuur afleiden.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Aanloopen

de periode vanaf rust tot volle snelheid eener machine.

2024-04-26
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Aanloopen

I. Het beteekent van menschen zich tegen iemand stellen. Hij loopt tegen Hem aan (Job 15 : 26), maar het kan ook van God gebezigd worden en dan wil het zeggen, dat de Heere zich tegen den mensch stelt (Job 16 : 14). II. Aanloopen kan ook beteekenen iets op iemand leggen. God heeft onze ongerechtigheden op den Middelaar doen aanloopen (Jes. 53 : 6)....

2024-04-26
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Aanloopen

Bijv. van staal is het volgende verschijnsel. Wanneer we gehard staal met blank oppervlak verhitten onder toetreding van lucht, wordt het evenals elke ijzersoort langzamerhand bedekt met een oxydlaag, die steeds dikker wordt en verschillende kleuren aanneemt nl. in volgorde: geel, geelrood, rood, roodblauw, blauwrood, blauw, donkerblauw, groen, daa...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanloopen

Aanloopen - (liep aan, is en heeft aangeloopen), in de richting van iem. of iets loopen, varen; - op den vijand aanloopen, in snellen pas op hem toe loopen om hem aan te vallen; - aanloopen bij, in 't voorbijgaan een bezoek brengen; met snelle schreden aankomen; zich haasten met loopen; in den loop, varende iets aanraken, er tegen...

2024-04-26
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aanloopen

zie Aangaan.

2024-04-26
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Aanloopen

o.w. - ’t Zelfde als aanvaren.