Wat is de betekenis van aangeklede bezemsteel?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aangeklede bezemsteel

(1964) (ook: aangeklede draadnagel, kapstok, lantaarnpaal, spijker, strijkplank, tuinslang, voorloop) (scheldw.) lang en mager persoon. Kan zowel op een man als op een vrouw slaan. De verbinding ‘aangeklede voorloop’ is gebruikelijk onder havenarbeiders, waarbij dient opgemerkt dat ‘voorloop’ of ‘voorloper’ een s...