Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Zeearend

betekenis & definitie

De zeearend is opvallend groot met een vlucht van over de twee meter, een korte, wigvormige en witte staart, duidelijk afstekend tegen het bruine verenpak, en een kolossale gele snavel. Een enkele keer wordt hij ’s winters aan onze kusten – zowel van Noordzee als IJselmeer – waargenomen, een buitenkansje voor de liefhebber.

Het eigenlijke verspreidingsgebied van de zeearend strekt zich van Midden-Europa uit over de gehele noordelijke helft van Azië. Hij heet wel zeearend – en hij schijnt de kust ook wel te prefereren – maar in werkelijkheid voelt hij zich in praktisch elk milieu thuis, de toendra, de steppe, open bosgebied – als er maar water in de buurt is. Over het algemeen doet hij zijn maal met vrij grote zoogdieren en vogels. Speciaal watervogels en daarbij zijn meerkoeten favoriet. Beroemd is de jacht op watervogels die veelal door een paartje zeearenden wordt uitgevoerd. Een volgt een stukje boven het water vliegend, heel langzaam klapwiekend, de haastig ondergedoken prooi, de ander beschrijft een halve cirkel en duikt op het juiste ogenblik naar beneden, precies op de plaats waar de achtervolgde prooi boven komt om adem te halen.

Aan de oppervlakte zwemmende vis wordt met een plonsduik gegrepen. Berucht zijn ze op de paaiplaatsen van allerlei vissoorten, snoek, zalm enzovoorts. In grote delen van zijn woongebied staat hij er om die vervolging niet zo best voor. Daarbij komt dan nog de langzame vergiftiging als gevolg van chemische insekten- en andere bestrijdingsmiddelen, die vooral via vissen in het lichaam van de vogels terechtkomen en daar allerlei afschuwelijke dingen veroorzaken, lichamelijke afwijkingen, onvruchtbare eieren, kort na de geboorte stervende jongen. Alleen in Siberië schijnt hij bij de bevolking in hoog aanzien te staan.■ Totale lengte 80-95 cm; spanwijdte 2.10-2.50 m; gew. 3-5 kg.

Tamelijk egaal bruin; witte, wigvormige staart, gele snavel en poten.

Voedsel: Alle voorkomende kleine tot middelgrote dieren, van insekt tot gans. Vooral watervogels en vis. Ook aas van kleine en grote dieren.

Zeer groot nest, horst, in bomen, op rotsrichels of op de grond; 2-3 witte eieren, broedtijd 36-40 d. Meestal door voedselgebrek slechts 1 jong groot.

Wordt o.m. in Siberië door bevolking beschermd. Is onder meer verwant aan ►witbuikzeearend en Afrikaanse ►rivierarend. Ander bekend familielid is Amerikaanse zeearend, de ‘Eagle’, wapenvogel van de V.S.

Zie ook roofvogels.

White-tailed Sea Eagle • Seeadler • Pygargue à queue blanche

Haliaeëtus albicilla.

< >