Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Zeeanemonen

betekenis & definitie

Ware schoonheden zijn er onder, vooral als men ze in helder water ziet. De luisterrijke, gelobde en kroezige of waaierende tentakelkransen uitgespreid, in allerlei kleuren, groen, paars, rood, grijs en alles wat daar tussen ligt, staan ze op hun meestal dikke ‘steel’ mooi te wezen.

Maar ook doodsgevaarlijk. Want in wezen zijn die juweeltjes veelal echte rovers, vastzittende rovers, die elke niet te grote buit met hun tentakels vangen. Of met de netelcellen die zich daarop bevinden. Bij de ongeveer duizend soorten zeeanemonen die men kent – merendeels leven ze in ondiep kustwater – komen verschillende vangmethoden voor. Er zijn een heleboel zogenaamde partikeleters onder, waarvan de tentakels vol zitten met heel kleine en fijne trilharen. Met behulp daarvan worden in het water zwevende eetbare deeltjes naar de mondopening gevoerd, die omringd is door kransen fijne tentakeltjes, welke eveneens beplant zijn met trilharen.

Zij zorgen er voor dat de eetbare partikeltjes via de slokdarm naar de holte worden gevoerd die als maag en darm fungeert. Een langs onze kusten bekende partikeleter is de zeeanjer (Metridium dianthus). De meeste andere zeeanemonen zijn minder onschuldig. Er zijn soorten die hun prooi, kleine vissen bijvoorbeeld, gewoon met hun kleverige tentakels omarmen en het tegenspartelende slachtoffer langzaam maar heel zeker in de mondopening duwen. Velen krijgen hun prooi te pakken met behulp van netelcellen, microscopisch fijne ‘harpoentjes’ die, verbonden aan een keurig opgerolde draad, bij duizenden in kleine capsules in de tentakels of elders in de buitenwand van de zeeanemoon liggen opgesloten. Zodra de zeeanemoon ergens wordt aangeraakt, springen de kastjes open en schieten de harpoentjes naar buiten, die door de huid van de meeste tegenstanders heendringen. Door de holle draden waaraan de spiesjes vastzitten, wordt een verlammend gif in de tegenstander of prooi gespoten, die weldra met tegenspartelen ophoudt en kan worden geconsumeerd. Een voorbeeld van netelanemonen is de ook langs onze kusten veel voorkomende gewone of paardanemoon (Actinia equina).

Zijn netelcellen kunnen niet door de huid van een mens heendringen, maar elders in de wereld leven soorten die wel voor de mens gevaarlijk zijn. De uitwerking van het gif is niet alleen erg pijnlijk – blaarvorming, krampen, een te lage temperatuur en verschrikkelijke hoofdpijn – maar de getroffene gaat ook aan waanvoorstellingen lijden en weet niet meer waar hij is. Wat voor vissers op zee rampzalige gevolgen kan hebben.

Ofschoon de meeste zeeanemonen in zee beneden de laagwaterlijn voorkomen en niet tegen uitdrogen bestand zijn, blijven enkele soorten, ook de paardanemoon, bij eb vaak op het droge achter. Het dier kan alle tentakels helemaal intrekken, al het inwendige water naar buiten persen en als een klein, leerachtig bolletje de droge periode zonder schade doorstaan. Ook uitsluitend in zee blijvende soorten kunnen de tentakels vaak intrekken, bij gevaar bijvoorbeeld. Merkwaardig is dat sommige vissen, zoals ►anemoonvisjes, geen hinder van de netelcellen ondervinden maar er een schuilplaats tussen vinden. Ook ►heremietkreeften maken van de verdedigingswapens van bepaalde zeeanemonen – ►commensaalanemonen – gebruik om veiliger te leven: ze zetten er een op hun huis.

< >