Overdag houdt de reuzengalago zich, evenals zijn verwanten de Senegal-, dwerg- en kielnagelgalago, in een holle boom of dik gebladerte verscholen. Tot een grote bal opgerold, de staart om het lichaam geslagen, de oren opgevouwen, brengt hij slapende de dag door, vaak tezamen met meerdere soortgenoten, tot tien toe.
Wijfjes met jongen hebben een nest apart. De reuzengalago is een echt nachtdier dat pas ’s avonds te voorschijn komt om voedsel te zoeken. Alvorens uit zijn schuilplaats te komen, speurt hij eerst met oor en neus de omgeving af naar gevaar. Ook de ogen spelen er een belangrijke rol bij, zeer grote, kogelronde zintuigen die zelfs bij het geringste sprankeltje licht nog uitstekend kunnen zien. Hun nachtelijke leefwijze is er de reden van dat ook zij in Artis in het nachtdierenhuis verblijven, waar ze het uitstekend doen. Verscheidene malen zijn er jongen geboren.
Al zijn ze net zo wollig als de kleinere soorten, toch doen de reuzengalago’s minder vriendelijk aan; dat komt ongetwijfeld door hun nogal spitse ‘hondse’ neus, in tegenstelling tot de vertedering opwekkende platte babygezichtjes van Senegal- en dwerggalago’s. Het zijn voortreffelijke springers en jagers, die ook in vrijwel volslagen duisternis tijdens de sprong een vliegende buit – een insekt of iets dergelijks – weten te bemachtigen. In de schemering van het nachtdierenverblijf, waar men de galago’s goed maar vliegen amper of niet kan zien, springen de galago’s geregeld met gestrekte grijphandjes omhoog om iets uit de lucht te vangen dat voor onze ogen verborgen blijft. Dat het raak was, blijkt steevast uit het smakelijke gekauw.
De reuzengalago leeft in Afrika voornamelijk in galerij-, berg- en bamboebossen. Merkwaardig zijn de aanzienlijke kleurverschillen die hun vacht kan hebben, van licht grijsgeel tot donkerbruin en bronsgroen. Hij komt niet vaak op de grond, maar als hij er belandt, dan hopt hij er meestal op de achterpoten rond, de staart als balanceerorgaan gebruikend.
■ Totale lengte 70-80 cm; staart ong. 40-45 cm.
Wollige, grijze, geelgrijze tot bruine en bruingroene vacht, dikke ruige staart.
Voedsel: Allerlei soorten vruchten en insekten, eieren, jonge vogels, hagedissen enz.
Draagtijd vermoedelijk 130-135 dagen, 1-3 jongen; in Artis vrijwel steeds 2.
Wordt ook komba genoemd. Is, als alle galago’s, ’s nachts erg lawaaiig, produceert geluid als van kind. Ex. in New York leefde 14 jaar.
Zie ook halfapen en nachtdieren.
Greater Galago, Thick-tailed Galago • Riesengalago • Grand galago
Galago crassicaudatus.