Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Quetzal

betekenis & definitie

Een van de fraaiste vogels die we kennen, is de Middenamerikaanse quetzal, een schier legendarische tinteling van prachtig groen en rood, het mannetje extra gesierd met sterk verlengde, pluimachtige bovendekveren die wel een halve meter lang kunnen worden.

Door de eeuwen heen is de vogel om zijn verentooi aanbeden, bewonderd en … vervolgd. Bij de Maya’s en Azteken al stond hij in heel hoog aanzien en werd hij als goddelijke vogel vereerd. Een der belangrijkste goden was Quetzalcoatl, wat letterlijk betekent ‘beveerde waterslang’, de heerser over onder meer de lucht en de wind. De veren van de quetzal waren in die tijd even kostbaar als goud of edelstenen; ze mochten slechts door de allerhoogsten in den lande worden gedragen. De quetzal werd voor het verkrijgen van de veren niet gedood; men trok ze hem voorzichtig uit en liet hem dan vliegen, opdat er nieuwe konden groeien.

Wat dat betreft waren de oude volkeren heel wat wijzer dan de mensen van onze dagen. Ook nu wordt de quetzal nog vereerd – hij is bijvoorbeeld de nationale vogel van Guatemala en komt er zowel in het wapen als op de munt en de postzegels voor – maar dat is een verering zonder ontzag. Want de quetzal wordt enorm vervolgd en, ondanks bescherming op papier, veelvuldig om zijn veren gedood. Bovendien wordt er ten behoeve van de land- en bosbouw stelselmatig aan zijn toch al niet groot woongebied – voornamelijk bergwouden – geknaagd. Dat hij nog bestaat, heeft hij ongetwijfeld te danken aan het feit dat hij ook in heel moeilijk toegankelijke en hoog gelegen bergbossen voorkomt.

Ofschoon de quetzal niet zo gemakkelijk in gevangenschap is te houden – hij heeft bijvoorbeeld een vochtige atmosfeer nodig – kan hij het bij goede verzorging uitstekend doen. Een exemplaar in de dierentuin van New York leefde 22 jaar; een andere werd 17, maar stierf als gevolg van een gebroken poot.

Totale lengte mannetje 85-95 cm, waarvan 50-60 cm voor de buiten de staart uitgroeiende vleugeldekveren. Wijfje ca 35 cm.

Blauwachtig groen op rug, rode buikzijde, onderkant staart wit, rest van veren groen in verschillende tinten. Gele snavel. Wijfje is ook groen, maar met bruinachtige kop, borst en buik. Onderzijde bij staart rood.

Voedsel: Allerlei soorten fruit en in vlucht gevangen insekten.

Nestelt in boomholten; 2 groenblauwe eieren; broedtijd 17-18 d; beide ouders broeden. Mannetje slaat dan staart over kop, zodat eind ervan buiten nest hangt. Jongen krijgen eerst vooral dierlijk voedsel. Blijven vrij lang bij ouders.

Prefereert koele vochtige gebieden boven de 1000 m, tot op 3000 m.

Quetzal • Quetzal • Quetzal

Pharomachrus mocino.

< >