Het is onjuist om van ‘de’ poetsvis te spreken. Er zijn vooral in de tropische wateren, in de koraalzeeën, vele vissoorten en zelfs garnaaltjes die er een poets- en schoonmaakbedrijfje op na houden waarin andere vissen van allerlei ongerechtigheden, parasieten en dergelijke, worden ontdaan.
Sommige doen het hun leven lang, andere alleen in hun jeugd of in bepaalde perioden. Wat de poetsvissen gemeen hebben, is dat ze heel opvallend gekleurd zijn, wat men min of meer als een soort reclame kan beschouwen. Het wil zoveel zeggen als: „Hier is een poetsvis; laat u even behandelen.” Vaak gaan ze op een bepaalde plaats ‘staan’, waar ze alle aandacht trekken. Een aantal soorten houdt er zelfs een ‘poetsstation’ op na, waar ze wonen en hun werk doen. Niet alleen door hun kleur, ook door hun gedrag trekken ze de aandacht. Komt er een vis naderbij die best een schoonmaakbeurt mag hebben, dan maken ze bepaalde, dansende bewegingen, des te intenser naarmate de ander een grote roofvis is.
Soms wordt een paar keer op een heel speciale manier langs de potentiële klant gezwommen, tot deze zich aanbiedt. Vaak is dit alles niet nodig en komen de klanten uit eigen beweging naar het station om zich eens goed te laten reinigen. Dat zijn dan vissen die in de buurt wonen. Er zijn er zelfs die zich eens of een paar maal per dag laten poetsen. Op hun beurt maken de klanten aan de poetsvis duidelijk dat ze behandeld willen worden door bij het station een enigszins schuine houding aan te nemen, waarbij de vinnen vrijwel stil worden gehouden. De poetsvis komt dan direct opdraven en begint zijn werk, meestal bij de kop.
In snel tempo verwijdert hij de parasieten, ook uit de kieuwdeksels. Grote vissen openen vaak de bek, zodat ook daarbinnen opruiming kan worden gehouden. De poetsers behoeven niet bevreesd te zijn als ze naar binnen zwemmen. Zelfs de grootste roofvis zal ze rustig hun gang laten gaan. Op het lichaam worden ook wonden van parasieten en dood weefsel ontdaan, een heilzame heelkundige behandeling die van groot belang schijnt te zijn voor de gezondheid van de vissen. Bij proeven is althans gebleken dat daar waar de poetsvissen waren weggevangen, een aantal vissen binnen enkele weken ernstige open wonden vertoonde; andere bewoners waren er weggetrokken, op zoek naar een poetsstation elders.
Nadat nieuwe poetsvissen de lege plaatsen hadden ingenomen, was het leed spoedig geleden. Amerikaanse onderzoekers hebben eens geteld, hoeveel klanten de schoonmakers afhandelden. Ze kwamen tot meer dan 300 in zes uur. De aantallen lopen vooral aardig op, wanneer hele scholen vissen zich laten behandelen. Ze komen in kleine groepjes naar het station, terwijl de andere op een afstandje op hun beurt wachten. Blijft voorlopig de vraag, hoe het mogelijk is dat letterlijk alle vissen uit tropische en subtropische zeeën, tot de vraatzuchtige murenen toe, de poetsers als zodanig herkennen. En waarom er, zoals bij proeven in aquaria bleek, nooit een wordt opgegeten, ook niet per ongeluk. Het zal wel aan de ‘dans’ van de poetsvissen liggen, aan de manier waarop ze hun klanten benaderen. Maar dan nog blijft het hoogst merkwaardig dat al die tientallen verschillende soorten klanten dat precies weten!