Met een totale lengte van tegen de dertig centimeter, waar de staart meer dan de helft van uitmaakt – afmetingen van die van een muis – zijn de muismaki’s van Madagascar de kleinste vertegenwoordigers van de halfapen en misschien wel van alle aapachtige dieren. In hun doen en laten lijken ze wel wat op de galago’s.
Net als deze zijn het, anders dan de meeste lemuren van Madagascar, nachtdiertjes en al kunnen ze dan niet zo fantastisch recht omhoog springen, rennend over de boomtakken zijn ze even watervlug. Helemaal zonder springcapaciteiten zijn ze trouwens niet. Over het grootste deel van de rug, tot over de kop, hebben de diertjes onder de vacht een soort luchtzak die ze naar believen kunnen ‘oppompen’. Hierdoor worden ze naar verhouding lichter zodat ze enigszins ‘ballonachtige’ zweefsprongetjes kunnen maken, waarbij de staart als balanceerorgaan wordt gebruikt. De van ribbeltjes voorziene vingers, tenen en palmen van handen en voeten geven de dieren een stevige greep op de takken. Hun geringe gewicht stelt ze in staat over heel dunne twijgjes hun voedsel te achtervolgen – insekten – of te grijpen – vruchten. Net als enkele andere diersoorten die, in hete gebieden levend, gedurende de droge tijd niet voldoende voedsel kunnen vinden, houden de muismaki’s in die periode een rustperiode – in principe overeenkomend met de winterrust van bewoners van noordelijke streken. Ze trekken zich dan, tot een bal opgerold, in met bladeren en met gras gestoffeerde holletjes in bomen terug en teren op een vetvoorraad die in het lichaam en speciaal de staart is opgeslagen. Dit dan heel dikke lichaamsdeel was er vroeger oorzaak van dat men exemplaren in ‘droogterust’ voor een aparte soort aanzag. Ondanks hun geringe formaat schijnen muismaki’s onderling de felste vechters van de maki-groep te zijn.
■ Totale lengte 28-30 cm; staart 14-16 cm; gewicht 50-80 gr.
Grijsachtig tot roodachtig bruin, witte streep over neus, lichte buikzijde, soms donkere lijn over rug.
Voedsel: Allerlei insekten, soms kleine, pasgeboren andere dieren, ook vruchten en knoppen.
Nest, hoog in vork van boom, lijkt op vogelnest. Draagtijd 59-62 dagen; 1-4, meestal 2 jongen; jong is totaal ong. 10 cm; staart 4-5 cm. Krijgen 45 dagen melkvoeding, na 3 weken al wat vast voedsel. Na 2 mnd. onafhankelijk, na 8-10 mnd. volwassen.
Zie ook lemuren en nachtdieren. Wordt ook dwergmuismaki genoemd.
Mouse Lemur • Mausmaki • Rat de Madagascar, Microcèbe
Microcebus murinus.
