Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Lama

betekenis & definitie

Duizend jaar zeker al wordt de lama in Zuid-Amerika als huisdier, speciaal als lastdier, gebruikt – waarschijnlijk zelfs langer. Zo gewaardeerd werd het dier door de oude Inka’s dat ze er vele hebben gemummificeerd.

Ook de Spanjaarden hebben van deze Zuidamerikaanse verwant van de kameel geprofiteerd. Toen ze het rijk der Inka’s plunderden, zorgden duizenden lama’s voor het transport van de geroofde kostbaarheden. Al wordt het dier op sommige plaatsen verdrongen door moderne transportmiddelen, toch is het voor vervoer van goederen in het Andesgebergte nog onvervangbaar. Onvermoeibaar zeulen de mannetjes hun vracht van een kilo of vijftig door onherbergzame streken over smalle en steile rotspaden op hoogten van 5000 meter, iedere dag zo’n 25 tot 30 kilometer afleggend. Dank zij het feit dat het bloed van de lama’s veel meer zuurstof kan opnemen – en ook meer rode bloedlichaampjes bevat – dan bij andere zoogdieren, zijn ze in staat op grote, zuurstofarme hoogten niet alleen te verblijven maar er ook zwaar sjouwwerk te verrichten.

De wijfjes worden in grote kudden gehouden, soms van duizend exemplaren. Ze zoeken hun voedsel op de alpenweiden, zo nodig hoog in de bergen, in ieder geval daar waar het niet te warm is. In het hete seizoen trekken ze naar beneden. Het is dan in het gebergte te warm en bovendien wordt elk groen er door de zon verschroeid. De wijfjes behoeven niet te sjouwen; zij hebben in de eerste plaats tot taak voor nageslacht te zorgen. Daarnaast leveren zij zeer gewaardeerde wol die, samen met de vacht van de echte wolleverancier, de alpaca, tot fraaie stoffen wordt verwerkt.

Er is weinig aan de lama’s dat niet wordt gebruikt. Naast kleding en dekens wordt er van hun haar touw gemaakt; de huid wordt gebruikt voor sandalen, het vet voor kaarsen en de gedroogde uitwerpselen als brandstof.

De mannetjes worden niet geschoren; hun dikke vacht vormt een goede onderlaag voor de op hun rug geladen vracht.

Schouderh. 1,20-1,50 m; normale kophoogte 1,60-1,80 m. Voor de meeste exemplaren geldt ongeveer de kleinste maat.

Variërend van roodachtig bruin tot wit en zwart, zowel effen als gevlekt.

Voedsel: Voornamelijk gras en andere bergplanten.

Draagtijd ong. 11 mnd; één jong, dat vrijwel direct na geboorte hard kan lopen.

Zijn nogal nukkig en koppig. Spuwen snel. Als niet goed behandeld, dan voor altijd ongeschikt voor werk. Deponeren uitwerpselen vaak op één plek; als berg te groot, dan nieuwe. Doen dit ook wel in dierentuin; eventuele darmparasieten worden daardoor niet door hele perk verspreid. Zie ook kameelachtigen.

Llama • Lama • Lama

Lama glama.

< >