Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Koraalvissen

betekenis & definitie

Eigenlijk is het niet juist om alle vissen die uit de koraalzeeën komen en bovendien bij voorkeur fel gekleurd zijn, onder de noemer Koraalvissen samen te vatten. Ze zijn namelijk merendeels helemaal geen familie van elkaar en hebben in hoofdzaak gemeen dat ze ook koraalriffen tot woonplaats hebben.

Tot ideale woonplaats, want de zee biedt maar zelden zo’n prachtig milieu als tussen de koralen. Dat heeft verschillende oorzaken en begint al bij de koralen zelf die zeer hoge eisen aan helderheid en constante temperatuur van het water stellen, factoren die ook de vissen hogelijk waarderen. Bovendien vinden ze tussen de koralen een overvloed aan schuilplaatsen, zowel om zich aan vijanden te onttrekken als om eieren te leggen en broed te verzorgen. Een nadeel is dat zo’n gunstige omgeving vele bewoners lokt, te veel eigenlijk. En dus moeten de vissen zich ‘wapenen’ om aan de voortdurende concurrentie en aan de op overvloed beluste rovers het hoofd te bieden. Op alle mogelijke wijzen hebben ze zich aangepast. Er zijn vissen met slanke, afgeplatte lichamen die door heel nauwe spleetjes kunnen glippen, andere hebben lange tuitbekjes om in de kleinste gaatjes voedsel op te zoeken. Bij weer andere is de bek een krachtig kraakwerktuig waarmee zelfs stukjes koraal kunnen worden afgebeten of schaaldieren gekraakt.

Toch is dit allemaal niet genoeg om de koraalbewoners de nodige leefruimte te geven. Er is nog iets, dat op het eerste oog misschien weinig met veiligheid te maken schijnt te hebben, namelijk hun doorgaans schreeuwend felle kleuren die ze tot zulke schitterende ‘show-objecten’ in goede zeewateraquaria maken. De kleuren hebben niet altijd, zoals men wel denkt, de functie van camouflage tussen de grillig getinte koralen, al zijn er wel uitzonderingen. Ze hebben bij de alleen of in paren levende exemplaren integendeel juist meestal de bedoeling om de eigenaar te laten opvallen, zo in de trant van ‘Hier ben ik, dit is mijn gebied en blijf uit de buurt’. Men kan ze wel vergelijken met de zang van vogels in hun territorium, die een zelfde afschrikfunctie heeft. Opvallend bij de koraalvissen is dat hoe feller ze gekleurd zijn, des te feller ook hun aard is, althans jegens soortgenoten. Andere kleurige vissen kijken ze niet aan.

Uitzonderingen zijn natuurlijk de leden van een paartje. De partners bijvoorbeeld van bepaalde vlindervissen – die onafscheidelijk zijn en een zeer duurzaam huwelijk schijnen te hebben – doen elkaar niets maar jagen gezamenlijk nog agressiever op de hun gebied binnendringende soortgenoten dan ongetrouwde exemplaren. Men heeft de indruk dat bepaalde soorten vlindervissen hun kleuren zelfs wat afzwakken om toenadering tot het andere geslacht mogelijk te maken. Is de verbintenis tot stand gekomen, dan wordt de tint weer sprekender.

Wanneer men eens in een te klein aquarium heeft gezien hoe agressief nieuwelingen door de hoofdbewoners worden bejegend en toegetakeld zodat ze geen kans krijgen aan de kost te komen, zou men het ergste kunnen vrezen voor het leven tussen de koralen. Daar verloopt alles echter zonder bloedvergieten. De vissen hebben er de ruimte en de verjaagde kan gemakkelijk vluchten.

Al die felheid, zowel in kleur als gedrag, wordt meestal uitsluitend overdag ten toon gespreid. ’s Nachts wordt alles op een zacht pitje gezet. De vis behoeft zich niet druk te maken en doet z’n lichtjes uit, dat wil zeggen, sluit de pigmentcellen zodat de kleuren worden afgeschermd en grauwachtig worden. Soms zelfs krijgt het dier een andere tekening. Bij enkele soorten vlindervissen die alleen ’s nachts actief zijn, komt tijdens duisternis aan beide zijden van het lichaam bij de staart een zwarte vlek te voorschijn, waarvan overdag niets is te zien. Vermoedelijk moeten dit ogen voorstellen – aan de verkeerde kant van het lichaam om vijanden te misleiden.

Er zijn koraalvissen waarbij alleen de jonge, onvolwassen vissen sprekend gekleurd en getekend zijn. Zodra ze geslachtsrijp worden, krijgen ze een eenvoudig pakje zonder veel opsmuk. Ook zijn er die bij volwassenheid andere, eveneens felle kleuren krijgen.

Zodra het tussen de koralen om echte vijanden gaat, om roofvissen dus, schijnen de kleuren toch wel enige betekenis als camouflage te hebben. De alleenlevende soorten zwemmen dan dicht tegen de koralen aan, waarbij de vaak toegepaste streeptekening ervoor zorgt dat ze optisch als het ware in stukken uiteenvallen en niet zo gemakkelijk als vis worden herkend. Dat is vooral effectief op grotere afstand. Het is derhalve niet onmogelijk dat kleuren en tekening bij een aantal soorten koraalvissen twee functies hebben: voor veraf camouflage, voor dichtbij schrikkleur.

Merkwaardig is dat de koraalvissen die in scholen leven, gewoonlijk veel minder of helemaal niet agressief en dikwijls eenvoudig gekleurd zijn. Zij voelen zich in de massa duidelijk veel veiliger en duiken bij gevaar niet in holletjes weg. Ook blijven ze niet steeds tussen de koralen maar zwemmen er dikwijls vrij ver van weg. Bij zulke vissen zijn schrikkleuren niet altijd gewenst omdat ze juist dicht bij elkaar moeten blijven.

Bekende of merkwaardige bewoners van koraalriffen – met dien verstande dat ze geen familie van elkaar hoeven te zijn en ook op rotsachtige bodem en elders kunnen voorkomen – zijn onder meer de ►anemoonvisjes, de ►egelvissen met hun verwanten de ►koffer- en kogelvissen alsmede de merkwaardige ►trekkervissen. Voorts de holbewonende ►geelvoorhoofdkaakvis, de giftige maar zeer fraaie ►koraalduivel met zijn niet bepaald mooie maar nog beruchtere familielid de ►steenvis. Vaak bizar gevormde en schitterend gekleurde bewoners van het koraalrif zijn ook de ►lipvissen en de ►papegaaivissen – allebei baarsachtigen, evenals de geelvoorhoofdkaakvis en anemoonvisjes.

< >