Van de bruine kaketoes is maar weinig bekend, mede omdat ze slechts zelden in gevangenschap worden aangetroffen. Dat komt vermoedelijk omdat het lang duurt eer jonge vogels volwassen zijn, enkele jaren zelfs.
Met de vangst van papegaaien is het meestal zo dat ze op jeugdige leeftijd uit het nest worden gehaald en vervolgens met de hand worden opgefokt. Dit is veel gemakkelijker dan volwassen dieren te vangen. Bovendien krijgt men zo vogels die volkomen aan mensen gewend en handmak zijn. Een ander voordeel is dat er van een paartje wel eens een jong wordt weggekaapt, maar dat het stel zelf intact blijft. De papegaaienstand wordt zo een minimum aan schade berokkend – vanzelfsprekend zolang alle dieren niet geregeld worden weggenomen. Van de in het nest geboren jongen sterft altijd een tamelijk groot percentage. Onder de weggehaalde nestelingen zijn er ongetwijfeld talloze die onder normale omstandigheden te gronde zouden zijn gegaan als slachtoffers van roofdieren, stormen en dergelijke. De bruine kaketoes zijn bij de vangers niet erg geliefd omdat, zoals gezegd, hun opvoeding vele jaren eist. Wat spijtig is, want het zijn aardige dieren, die weliswaar over een krachtig en vaak gebruikt stemgeluid beschikken – ze zijn tot op grote afstand te horen – maar die lang niet zo bijtgraag zijn als vele andere kaketoes. Zelfs als men ze in handen heeft, zullen ze hun scherpe snavels niet gauw gebruiken. Slechts onderling, als men in gevangenschap bijvoorbeeld poogt een paartje te vormen, kunnen ze minder goed geluimd en lastig zijn.
Evenals hun familieleden maken ze een nest in een holle boom, waarbij ze zich de uitvinders hebben getoond van de houten roosters, waarop men in badkamers de voeten kan drooghouden. Bij de inrichting van hun broedplaats maken ze gebruik van ongeveer dertig centimeter lange takken, die met de snavel zorgvuldig in drieën of vieren worden gespleten en dan als onderleggers worden gebruikt. Bij een hevige regenbui die het nest onder water zet, blijven de op het rooster liggende eieren toch droog. Ook al omdat het hol zo is uitgeknaagd, dat binnenkomend water er gemakkelijk kan uitvloeien.
■ Totale lengte 60-65 cm. Flinke stevige vogel. Wijfje iets kleiner.
Donkerbruin, ietwat lichtere bruine randen langs veren van hals, rug en vleugels. Onderzijde donkerbruin met geelachtige puntjes aan de veren. Felgele vlek bij oren. Buitenste staartveren geel met bruine vlekken.
Voedsel: Noten, zaden, insektelarven.
Vaak 2 witte eieren waarvan er na broedtijd van 28-32 dagen doorgaans maar één uitkomt. Evenals aantal andere papegaaien broeden ze rechtop zittend.
Wordt ook geeloorkaketoe genoemd. Zie ook kaketoes.
Funereal Cockatoo, Yellow-tailed black Cockatoo • Gelbohrkakadu • Cacatois noir à oreillons jaunes, Cacatois funèbre
Calyptorhynchus funereus.