Het begrip zee heeft 5 verschillende betekenissen:
1) zoutwatermassa die het vasteland bespoelt.
aan stromingen en getijdenwerking onderhevige zoute watermassa die zich over het grootste gedeelte van het aardoppervlak uitstrekt en de kusten van het vasteland bespoelt.
In algemene zin in tegenstelling tot 'land, aarde, het droge'.
2) specifieke uitgestrektheid zout water.
uitgestrekt zout water dat door zijn ligging tussen bepaalde kusten of door contouren van een bekken in de zeebodem wordt begrensd en kleiner is dan de oceanen waarmee het een aaneengesloten geheel vormt of in verbinding staat; soms ook, ongeacht de grootte en dan vaak in het meervoud, in algemenere toepassing op ieder afzonderlijk deel dat men met een eigen naam onderscheidt binnen de zoutwatermassa die het aardoppervlak grotendeels bedekt.
3) de gezamenlijke golven of golving.
de gezamenlijke golven of golving van het zeeoppervlak, veroorzaakt door de wind; zeegang; soms ook specifieker in nautische of weerkundige zin ter aanduiding van de golfslag bij een windkracht van 5 beaufort en golven van 1,25 tot 2,5 meter.
Behalve in de onderstaande verbindingen ook aangetroffen in nautische specificaties als licht golvende zee, golvende zee, zeer hoge zee, buitengewoon hoge en wilde zee.
4) golf.
grote, zware golf; hoge baar.
5) grote hoeveelheid of aantal.
aanzienlijke hoeveelheid, massa; immense overvloed; zeer groot aantal; menigte.
Vooral met een van-bepaling als nadere specificatie. Vaak in hyperbolisch taalgebruik; soms ook in het mv.