Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

vorstenpaar

betekenis & definitie

echtpaar van vorst en partner.

echtpaar bestaande uit de vorst of vorstin en zijn of haar partner; de koning en zijn vrouw of de koningin en haar man.

Voorbeelden:
Die high-tech is een belangrijk onderdeel op het programma van het driedaagse bezoek van koningin Beatrix en prins Claus. Het vorstenpaar zal behalve een uitgebreid bezoek aan het Weizman-instuut voor wetenschappen, ook een centrum aandoen in Migdal Haemek waar geïmmigreerde Russische wetenschappers aan het realiseren van hun ideeën en uitvindingen werken.
NRC, 1995

Nee, het is duidelijk dat België in de personen van Albert en Paola het vorstenpaar heeft dat het verdient.
NRC, 1994

Ook opvallend is de blijvende aanwezigheid van de afgetreden vorstenparen: prinses Juliana en prins Bernhard zijn onverminderd populair en zelfs de koninginnen Emma en Wilhelmina zijn nog op een wandbord te krijgen.
Nederlands Dagblad, 2002

< >