pet van een uniform.
pet die bij een uniform hoort.
Voorbeelden:
Hitler [...] haatte de zon. Ook 's zomers had hij op het terras altijd zijn uniformpet of een hoed op.
Harry Mulisch, Siegfried, 2001
Mia [...] kwam in een klein, muf riekend compartiment, waar een piepjonge wachtmeester met de uniformpet diep in de ogen zoals Amerikaanse mariniers, de positieve subversief overnam.
Jef Geeraerts, Drugs, 1983
Op het plein was altijd wel plaats voor dertig auto's. Afhankelijk van de drukte waren er twee of drie en soms vier mannen die een uniformpet zonder opschrift droegen die hun status gaf. Je gaf ze je autosleutels en vervolgens parkeerden ze je auto dubbel of driedubbel.
NRC, 1995