Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

struweel

betekenis & definitie

struikgewas met takken.

dicht, vaak stekelig struikgewas met veel takken.

Voorbeelden:
Voorbij de sloot wandel je langs struwelen met veel besdragende struiken als Meidoorn, Sleedoorn, Hondsroos, Gelderse roos, etc. op rijkere grond en Sporkehout en Wilde lijsterbes op armere, drogere grond nabij het voedselarm hooiland.
http://www.zwvlkoepel.be/klimop2003-1.htm, 2003

Een bosschage en een struweel vertonen grote overeenkomsten, het belangrijkste verschil is de aanwezigheid van (volwassen) bomen in een bosschage en het ontbreken ervan in een struweel.
http://www.noord-holland.nl/projecten/gbt/groene_maatregelen/land.asp?ComponentID=18146=18169

Als een fabriek niet meer nodig is wordt ze afgebroken, bulldozers maken duinpannen en er wordt duindoorn ingeplant. Dat struweel trekt vogels aan, die poepen zaden uit, enzovoort.
Intermediair, 2002