Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

soepbord

betekenis & definitie

bord voor soep.

diep bord waaruit soep gegeten kan worden.

Voorbeelden:
Half sluimerend vloog Viktor met de vlieg mee, naar de broodkruimels op tafel, naar de soepborden op het aanrecht, naar de bruine vlek op de peer in de fruitschaal.
Peter Terrin, Blanco, 2003

Beiden zaten achter een soepbord, waarin ze stukjes brood in een plasje melk drukten.
Mensje van Keulen, De gelukkige, 2001

Ze aaide hem bezorgd over zijn hoofd en verdween naar de keuken. Een kwartiertje later kreeg hij een bord soep en een stapel boterhammen voorgezet. Naast het soepbord legde zijn vrouw een gedeukt blikken doosje op tafel.
Koos van Zomeren, De hangende man, 1983