iemand die seizoenarbeid verricht.
iemand die voor zijn beroep seizoenarbeid verricht.
Voorbeelden:
Frylink maakt gebruik van de diensten van een koppelbaas die, zelf woonachtig in Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, hele busladingen vol seizoenarbeiders regelrecht de bollen in dumpt.
http://www.gebladerte.nl/00452p26.htm
Uit cijfers blijkt dat de kindersterfte en ondervoeding nog steeds hoog zijn onder de plantage-arbeiders. Velen werken als seizoenarbeiders en hebben geen vast inkomen.
NRC, 1995
Vanuit het zuiden van West- en Oost-Vlaanderen trokken jaarlijks enige honderden seizoenarbeiders naar de regio rond Parijs, met zijn grote graanvelden.
De Standaard, 1996
In Vlaanderen steeg de werkgelegenheid in die periode met 35.000 of 2 procent. In die stijging zitten evenwel ongeveer 10.000 seizoenarbeiders die korte tijd werken in de fruitpluk en dergelijke.
De Standaard, 1996
De 32 Spaanse plukkers die vandaag gerepatriëerd worden, hadden een arbeidsovereenkomst op zak waarin een loon van 243 frank per uur werd gegarandeerd. Maar de Sint-Truidense fruittelers wilden het uurloon vervangen door een vergoeding per geplukt kistje aardbeien. De seizoenarbeiders gingen daar niet op in.
De Standaard, 1996
In 1991 werd door een staking van de seizoensarbeiders minder dan de helft van de oogst binnengehaald.
NRC, 1993
Als u in het buitenland als grens- of seizoensarbeider (bv. in Nederland, Duitsland of Frankrijk) gewerkt heeft kunt u in België het recht openen op een Belgisch pensioen.
http://jbas1071.eunet.be/vfsg/nieuwe%20website%20seniorenproject/Seniorenproject/Pensioenen/pensioen1.htm